Replica’s in het museum: een mensenschedel
In een (openlucht)museum zoals bijvoorbeeld het Hunebedcentrum zijn archeologische replica’s nuttig om bezoekers in contact te brengen met het verleden. Archeologische vondsten kunnen worden nagemaakt en gebruikt in de context van levende geschiedenis en andere educatieve doeleinden.
Deze keer zal ik beschrijven hoe je een replica van een schedel maakt.
In musea wordt regelmatig gebruik gemaakt van afgietsels van botten en schedels. Het gebruik van echte botten, met name menselijke botten, is ethisch gezien lang niet altijd verantwoord. Replica’s bieden een geschikt alternatief om aspecten van grafrituelen en voorouderverering toch aan de mens te kunnen tonen. In het Hunebedcentrum spelen replica’s van mensenschedels een belangrijke rol in de beleving van de Trechterbekercultuur. In het museum ligt een gereconstrueerd hunebed van D26 waar bezoekers doorheen kunnen lopen. Een belangrijk onderdeel van de inrichting van de grafkamer bestaat uit menselijk botmateriaal. Ook al zijn er in Nederland weinig menselijke resten in hunebedden gevonden, aan de hand van gericht onderzoek en vondsten uit het buitenland weten we dat er mensen in zijn bijgezet. Menselijke resten kunnen in dit nagemaakte hunebed dus niet ontbreken.
De schedel die wij hebben gebruikt als basis, is al een replica. We hebben geen echte schedel gebruikt voor dit project.
De basis.
De eerste stap is het maken van een mal. Hiervoor hebben we eerst de schedel ingesmeerd met siliconenrubber. Er zijn meerdere lagen rubber aangebracht zodat er een stevige maar flexibele laag om de schedel heen zit. Vervolgens is er acrylhars aangebracht om het rubber te steunen. Een houten frame dient als extra steun en houd alles goed bij elkaar.
De siliconenrubber wordt aangebracht om een mal te maken.
Voor simpele modellen voldoet het meestal om een mal te maken die uit twee delen bestaat. Voor modellen met een complexere vorm is het nodig om een mal te maken die uit drie of zelfs meerdere onderdelen bestaat. Een complexe vorm kan anders niet goed uit de mal worden gehaald. Voor dit model volstond een mal van drie onderdelen. De onderdelen kunnen afzonderlijk los- en vastgemaakt worden. Voordat er een nieuwe schedel wordt gegoten moeten alle onderdelen goed vast zitten om lekkage te voorkomen.
De mal is klaar voor gebruik.
Nu kan er een nieuw model worden gegoten. Het mengsel dat in de mal wordt gegoten bestaat in dit geval uit acrylhars en glasvezel. Na 12 uur is het mengsel droog en kan het model uit de mal gehaald worden. Als je de mal voorzichtig openmaakt ziet dat er zo uit:
De mal wordt opengemaakt.
Op het model zijn sporen te zien waar de naden van de mal hebben gezeten. Deze oneffenheden worden weggehaald zodat het er netjes uitziet.
Naden worden weggewerkt.
Nu kan de schedel geschilderd worden. Er worden in totaal 4 of 5 lagen verf aangebracht om de schedel er zo echt mogelijk uit te laten zien (de schedel mag best een beetje vies en oud lijken). Als alle lagen verf droog zijn wordt er nog een laklaag aangebracht ter bescherming tegen krasjes.
Een hoop replica’s naast elkaar.
De schedel is nu klaar en heeft een plek in het museum gekregen tussen keien en andere replica’s. Als u de schedel zelf wilt zien, neem dan eens een kijkje in het nagebouwde hunebed in het museumgedeelte van het Hunebedcentrum.
De schedel in het hunebed.